Ouderen kunnen meer lenen in 2018!
Een nieuw jaar betekent nieuwe hypotheekregels om mee rekening te houden, die zowel voor- als nadelen kunnen opleveren voor bepaalde groepen. Door een paar aanpassingen in wetgeving is het voor senioren in 2018 mogelijk om meer te lenen.
Minder lenen
Ouderen die binnen de tien jaar vóór hun pensioen een hypotheek willen afsluiten, lopen er eigenlijk altijd tegenaan: de maximale hypotheek is op basis van inkomen, en geldverstrekkers houden al heel vroeg rekening met het lagere inkomen na het pensioen. Hierdoor kan minder geleend worden. Het oversluiten van een hypotheek of het kopen van een nieuwe woning is daardoor extra moeilijk voor deze groep, omdat de aanvraag vaak al strandt bij de inkomenstoets.
Platform Maatwerk
In het najaar van 2017 werd door de overheid en geldverstrekkers het Platform Maatwerk opgericht, die zich inzet voor meer maatwerk voor ouderen. Onder andere zetten zij zich in voor een vernieuwde verzilverhypotheek, die nu al bij Florius, SNS en de Rabobank wordt aangeboden, maar komend jaar nog breder moet worden uitgezet.
Drie positieve veranderingen
Er zijn daarnaast drie nieuwe regels die positief van invloed kunnen zijn op de leencapaciteit van ouderen. Zo wordt vanaf dit jaar een hypotheek die voor een kortere periode dan tien jaar wordt afgesloten, getoetst op werkelijke hypotheekrente in plaats van fictieve toetsrente, waardoor ouderen (die bijv. al 20 jaar een lening hebben lopen en willen oversluiten) meer kunnen lenen. Daarnaast gaat de grens voor de NHG-hypotheek omhoog van 245.000 naar 265.000, een fijne bijkomstigheid voor ouderen die niet te grote risico’s willen nemen bij het afsluiten van een hypotheek.
Ruimer acceptatiebeleid
Tot slot helpt het dat tweeverdieners dit jaar meer mogen lenen. Het tweede (pensioen)inkomen mag voor 70% meetellen, in plaats van 60%. Naast deze drie aanpassingen in de wet- en regelgeving, roept de overheid op om als geldverstrekker een ruimer acceptatiebeleid te voeren voor ouderen. Dit kan niet verplicht worden door de regering, maar wordt wel met klem aangeraden aan de geldverstrekkende banken.